Nu zouden we zeggen: ,,Onze Lieve Heer, die geile beer, liet een kindje doden en kwam zo in de hemel aan zijn gerief met dit kindjelief.”
Deze tekst uit 2005 was voor de Bond tegen het Vloeken reden om Frits Abrahams, de auteur van de column die in de NRC was verschenen, voor de rechter te slepen. Abrahams haalde kort geleden in zijn column tegen Geert Wilders een zaak aan die tegen hem was aangespannen:
Evenmin als Wilders staan columnisten boven de wet. Enkele jaren geleden voelde iemand zich beledigd door wat ik als columnist over hem in een blad had gezegd. Hij begon een rechtszaak tegen mij. De rechter zei niet tegen mij: „U bent columnist? Prima, dan ga ik u natuurlijk níét veroordelen, want dat zou een zwarte dag voor onze democratie zijn.”
Nee, hij vond dat ik mijn beschuldiging moest onderbouwen. Toen ik dat in zijn ogen voldoende had gedaan, sprak hij me vrij.
Of het de zaak van de Bond tegen het Vloeken was is onduidelijk, maar die werd in ieder geval geseponeerd:
Het OM besliste: ,,De jurisprudentie leert dat uitlatingen, hoewel op zichzelf mogelijk grievend en kwetsend, contextueel dienen te worden begrepen en dat daarmee het beledigende karakter eraan kan komen te vervallen.” Geen vervolging dus. [bron]
Grappig, ook in de zaak Wilders besliste het OM om niet te vervolgen. Alleen trokken een aantal lieden vervolgens artikel 12 uit de kast en rekte het Hof het criterium voor directe belanghebbenden op tot de totale bevolking eronder valt, zodat Wilders inderdaad voor de rechter moet verschijnen. Zou Abrahams er tegenwoordig ook nog zo makkelijk vanaf komen?
Kan iemand mij trouwens vertellen aan welke zaak Abrahams in zijn column refereerde? Of heeft hij zitten jokken dat hij door de rechter werd vrijgesproken terwijl de zaak feitelijk werd geseponeerd?
(ps. Blijkbaar is de pagina met de column 4 jaar later aangepast. Zou er iets aan de inhoud zijn gewijzigd?)