Artikel in Trouw rondom hereniging van ouder en kind van de hand van Carla van Os, jurist kinderrechten & migratie bij Defence for Children. Enkele citaten:
Kinderen zijn heel vaak de dupe van de strenge Nederlandse gezinsherenigingsregels. Vorig jaar werd een verzoek van een ouder en kind om bij elkaar te mogen wonen 2.830 keer afgewezen. Het gaat dan om kinderen in Nederland, meestal met de Nederlandse nationaliteit, die een ouder in het buitenland hebben. Of andersom: een ouder met een permanent verblijfsrecht, vaak Nederlander, die graag zijn of haar kind naar Nederland haalt. […]
In Nederland moeten ouders aan een inkomensvereiste voldoen om hun kinderen naar Nederland te mogen halen. Hetzelfde geldt voor het Nederlandse kind dat zijn ouder wil laten overkomen: omdat het kind niet in het levensonderhoud van de ouder kan voorzien, mogen ouder en kind niet in Nederland wonen, ook het kind heeft te maken met een inkomensvereiste. […]
Het gaat om mensen die een van de meest basale mensenrechten praktiseren: het recht op gezinsleven. Dat recht is niet alleen verankerd in de EU-richtlijnen en het Europees Verdrag voor de Rechten van Mens, maar ook, en nog veel sterker, in het Kinderrechtenverdrag. Daarin staat dat ouder(s) en kind in beginsel bij elkaar moeten kunnen leven. [bron]
Ik ben het eens met van Os dat de rechten van het kind gerespecteerd moeten worden. Kinderen zijn niet verantwoordelijk voor ontstane situaties. Maar het heeft vergaande consequenties als het vluchtelingenverdrag gecombineerd met de rechten van het kind op gezinsleven automatisch betekent dat er recht is op gezinshereniging, zonder voorwaarden. Dat kan bv. een behoorlijk financieel beslag leggen op het land dat de vluchteling heeft opgenomen, nog los van alle integratieproblematiek. Dat een land letterlijk en figuurlijk grenzen gaat stellen na decennia van nagenoeg ongebreidelde massa-immigratie met gigantische problemen tot gevolgd is dan ook niet zo vreemd.
Overigens is het in deze van belang om het onderscheid tussen gezinshereniging en gezinsvorming in de gaten te houden. Carla van Os schijnt uit te gaan van gezinnen die bestonden voordat een van de ouders in Nederland mocht verblijven. Gezinsvorming is een heel andere situatie: daarbij ligt de keuze geheel bij de betrokkenen en dus ook de verantwoordelijkheid voor de consequenties. Het zou mij ook niet verbazen als het gros van de situaties waarbij de genoemde sluiproutes worden gebruikt betrekking hebben op gezinsvormingsgevallen, bv. de marokkaanse Nederlander die zijn bruid uit het Rif haalt.