In een wetenschap waar onzekerheid troef is, speelt de discussie zich het liefst af in ideologische sferen. De marktideologen roepen iets over het zalvende effect van marktwerking waarna de plannenmakers oreren over het gevaar van ‘kapot bezuinigen’. Maar beiden doen hun uiterste best om de ideologische dimensie van hun discussie te verhullen voor de leek. Daarom wordt het debat in technische termen gevoerd, die een schijn van deskundigheid opwerpen. […]
Het politieke debat wordt gegijzeld door economische waarzeggers. Economie gaat niet langer over hoe we samen de taart verdelen, maar is een technische zaak voor zelfbenoemde deskundigen geworden. Hun dikbetaalde ‘expertise’ zit tjokvol politieke keuzen die weinig met de wetenschap van doen hebben. […]
Het CPB deed 37 voorspellingen in de afgelopen dertig jaar, waarvan drie correct. […]
Het resultaat is maatschappelijk onbehagen. Dat is geen populistische afkeer van alles wat naar deskundigheid riekt, want voor deskundigheid is een wetenschappelijke consensus nodig. Daar doen economen niet aan. Maar in plaats van dat deze onzekerheid hen tot bescheidenheid noopt, wordt er politiek mee bedreven. [bron]
Rutger Bregman