Rechterlijke uitspraak inzake 16 jarige Mirjam Abarkan

Mirjam Abarkan

De rechtbank overweegt op grond van de verklaring van verdachte tijdens de verschillende verhoren, dat [slachtoffer ] in eerste instantie verdachte met het mes naar zich toe heeft getrokken, waarna [slachtoffer ] zei dat verdachte haar had gestoken, zich voorover boog en haar armen voor haar buik hield. Hieruit leidt de rechtbank af dat [slachtoffer ] op dat moment in haar buik was geraakt. Wat er daarna is gebeurd en hoe vervolgens de steekwond in het hart van [slachtoffer ] is toegebracht, kan uit de verklaring van verdachte niet duidelijk worden afgeleid. In haar eerste verhoor heeft verdachte verklaard dat zij denkt dat zij [slachtoffer ] toen zelf met het mes heeft gestoken, maar die verklaring van verdachte biedt naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende zekerheid om voor het bewijs te dienen, in het bijzonder niet nu verdachte ter terechtzitting heeft verklaard dat zij zich niet kan herinneren hoe de tweede steekwond is ontstaan. […]

Nadat zij nachtenlang niet had geslapen en de dag ervoor de emoties tussen haar en haar sterk puberende dochter al hoog waren opgelopen, heeft zij tijdens een ruzie met [slachtoffer ] in opperste radeloosheid een mes gepakt, met de bedoeling dat [slachtoffer ] verdachte neer zou steken. [slachtoffer ] trok verdachte echter naar zich toe, waardoor het mes in [slachtoffer ] buik terecht kwam. [slachtoffer ] schreeuwde daarop dat zijn nu weg kon, en andere kwetsende en confronterende woorden naar verdachte. Vervolgens werd het verdachte zwart voor ogen en stak zij [slachtoffer ] in een gemoedsopwelling met het mes in haar borst. Als gevolg hiervan is [slachtoffer ] overleden.

De rechtbank rekent het verdachte aan dat zij in een ruzie met haar dochter een scherp mes heeft gepakt en daarmee een – voor hen beiden – levensgevaarlijke situatie heeft gecreëerd [bron]

Een fragment uit de rechterlijke uitspraak inzake de doodslag op de 16 jarige Mirjam Abarkan, in Nederland opgegroeid bij een Marokkaanse moeder die het niet kon aanzien dat haar dochter de westerse cultuur verkoos.

Het Openbaar Ministerie had 7 jaar cel geëist, wegens doodslag. Die eis vond de rechtbank geen recht doen aan de omstandigheden, de persoon van de verdachte en de gevolgen die het misdrijf heeft gehad voor haar en haar familie.

Lees vooral de hele uitspraak en trek uw eigen conclusies.

Dit vonnis is gewezen door M.C. Oostendorp, voorzitter, mr. J.P.H. van Driel van Wageningen en mr. P.L.C.M. Ficq, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.M. Westerhout, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 23 juli 2013.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s